Mensen met schulden niet serieus genomen’
(bron: De Telegraaf 29 juni 2012)
DEN HAAG – Veel mensen met schulden die aankloppen bij de schuldhulpverlening in hun gemeente, voelen zich niet serieus genomen. In hun ogen wordt er altijd van uitgegaan dat ze zelf schuldig zijn aan hun penibele financiële situatie, terwijl dit lang niet altijd terecht is. Zij ervaren de overheid vaak als obstakel bij het oplossen van hun problemen.
De Nationale ombudsman Alex Brenninkmeijer zegt in een rapport, dat vrijdag wordt gepubliceerd, dat hij daarover de nodige klachten heeft ontvangen van schuldenaren. Hij vindt daarom dat mensen in financiële nood met meer respect moeten worden behandeld.
Volgens de ombudsman komt uit de klachten het beeld naar voren dat schuldenaren vaak lang moeten wachten voor een eerste gesprek plaatsvindt met de schuldhulp. Uit rondetafelgesprekken bleek dat de bureaucratie de laatste jaren is toegenomen. „Schuldenaren klagen ook dat niet direct contact wordt gelegd met schuldeisers. Hierdoor lopen bestaande schulden op en soms ontstaan hierdoor ook weer nieuwe schulden.”
Bovendien lopen door toedoen van de overheid, schulden soms onnodig op, constateert Brenninkmeijer. Veel mensen klaagden in de eerste maanden van 2012 over de onterechte verrekening van lopende toeslagen (bijvoorbeeld voor huur en zorg). Vooral mensen met lage inkomens kwamen daardoor acuut in de financiële problemen. De overheid zou ook als schuldeiser steeds vaker dwarsliggen.
Schuldhulp moet niet alleen oog hebben voor de financiële problemen, aldus de ombudsman. Vaak zijn er meerdere problemen en diverse hulpverleners betrokken. Het komt voor dat schuldenaren bij diverse hulpinstanties op de wachtlijst staan, waardoor de schuldenproblematiek onnodig wordt vertraagd.
Brenninkmeijer waarschuwt ervoor dat brede en toegankelijke schuldhulp in gevaar dreigt te komen. Meer mensen kunnen de eindjes niet aan elkaar knopen, terwijl er bij de overheid minder geld is om die mensen te helpen. Er kan volgens hem meer worden gedaan aan preventie. Hij ziet dat jongeren steeds vaker worden geconfronteerd met geldzorgen. De overheid zou hen vaker op tijd bewust moeten maken van de risico’s.